zondag 10 juni 2012

Geleende levens - Bernlef

Afgelopen week las ik  "Geleende levens" (2010) van Bernlef, een bundel bestaande uit drie novellen die ingaan op de vraag 'wat is identiteit'. De auteur introduceert de vraag niet, maar de verhalen hebben duidelijk raakvlakken. Telkens is aan de orde hoe mensen bij zichzelf kunnen blijven als ze gedwongen worden om uit hun comfortzone te komen.

Het eerste verhaal "De rol van zijn leven" gaat over soapacteur Jos Kooystra die na twintig jaar te horen krijgt dat zijn rol uit het script is geschreven. Wat doet dit met hem en hoe afhankelijk is Jos geworden van de rol die hij jarenlang speelde? Het tweede verhaal "Geleend leven" gaat over Wim Draayer, een medewerker van de geheime dienst die uit veiligheidsoverwegingen tijdelijk een andere identiteit moet aannemen. Ook hier staat de vraag centraal wat er overblijft van je eigen identiteit als je genoodzaakt bent de identiteit van een ander over te nemen. Het derde verhaal "Eeuwige roem" gaat tenslotte over een lage ambtenaar die, vlak nadat een dictator in het fictieve communistische land ten val komt, allerlei kansen krijgt om een nieuw en succesvol bestaan op te bouwen. Maar wat doen die nieuwe kansen met zijn identiteit?

Van deze drie verhalen sprak het derde verhaal "Eeuwige roem" me het meest aan. Dat komt vooral doordat Bernlef de val van een dictator en de gevolgen daarvan voor de onderdanen die opeens meer vrijheid ervaren, overtuigend en indringend beschrijft. Met mooie zinnen als: "Hoe raar het ook mag klinken, toen die angst wegebde, liet hij in het begin een gevoel van leegte, bijna van gemis achter. Alsof het voltage van het maatschappelijk leven plotseling gehalveerd was." Ik hou van dit soort zinnen en mijn voornaamste reactie op de verhalen is, dat ik liefst nog veel meer zinnen met deze intensiteit zou willen lezen. Met name het verhaal "Eeuwige roem" wordt er heerlijk meeslepend van.

In "De rol van zijn leven" vielen met name deze zinnen mij op: "Door de snelheid van de val gloeide de askegel van de sigaret nog één keer op, alsof een onzichtbaar iemand halverwege nog een laatste diepe trek nam." Of deze: "Op straat keek hij in de ogen van de mensen die hem tegemoetkwamen, maar niemand beantwoordde zijn blik, alsof hij daar niet liep. Hij werd niet langer herkend, hij was alleen met zijn ogen die in lichte paniek naar houvast zochten in de menigte van op hem afdeinende gezichten." Het zijn deze beeldende zinnen die mij als lezer blij maken en waar ik als beginnend schrijver graag een voorbeeld aan wil nemen.

Toch was ik, met name na het lezen van "De rol van zijn leven" en "Geleend leven", niet helemaal gelukkig met de manier waarop Bernlef inging op zijn vragen over identiteit. Ik kan er niet helemaal goed de vinger op leggen, maar misschien waren de verhalen meer tot hun recht gekomen als ze, los van het thema, volledig op zichzelf hadden gestaan. De verhaallijnen zijn mooi en zouden zelf moeten spreken. Nu voel ik een drang om na te gaan wat de schrijver in die verhalen heeft willen zeggen over identiteit. En om eerlijk te zijn: eigenlijk vind ik dat jammer. Het voelt alsof ik meer moet vinden van de rijkdom die er toch echt al is.

Bernlef (2010), "Geleende levens", Amsterdam: Querido

Lees hier een recensie van Bernlefs nieuwe bundel: Help me herinneren (2012)
http://www.8weekly.nl/artikel/10072/bernlef-help-me-herinneren-uit-talloos-veel-herinneringen.html